U gebruikt een verouderde browser. Om die reden werkt deze site wellicht niet naar behoren.Direct naar hoofdinhoud

Resultaten voor de categorie Column

Mijn vader zaliger had veel plezier in het berichten over mensen die in flagranti werden aangetroffen bij het openschuiven van de liftdeuren en soortgelijke verhalen. Roddel en achterklap, in niet al te kwaadaardige vorm en mate, zijn een beetje de franje van de menselijke interactie.

Het nieuws over de Voice of Holland heeft in de afgelopen dagen al het andere naar de achtergrond verdrongen, de debatten met de nieuwe regering, de vulkaanuitbarsting op Tonga en de dreigende oorlog in Oekraïne. Kandidaten van een t.v. talentenshow zijn in een onzekere en afhankelijke positie. Terecht dat het in het nieuws komt wanneer anderen van die afhankelijkheid misbruik maken. Al even terecht lijkt me de vraag of de mensen die voor het t.v. programma verantwoordelijk zijn, zich daar niet al veel eerder van bewust waren of hadden kunnen zijn.

Er is niets op tegen wanneer machtsmisbruik aan de kaak gesteld wordt en de Me Too-beweging heeft onmiskenbaar goede kanten. Maar de andere kant is dat de sensatie, het zich verlustigen over andermans gedrag, het veroordelen van mensen (trial by media) de ongeremde hoeveelheid aandacht, krantenpagina’s vol, te denken geeft. Hoe ernstig neem je jezelf als journalist of erbij gesleepte deskundige of publiek als je daar zó in opgaat?

Het gaat om de slachtoffers, het gaat om het onrecht. Maar de slachtoffers worden alleen maar grotere slachtoffers dan ze al waren en dat de berichtgeving erop uit is om iets op te helderen of recht te zetten, daar geloof ik niets van. Het komt erop neer dat de producenten van het nieuws en de consumenten, ongeveer onze hele samenleving, getypeerd kunnen worden als een vieze man, met de broek op de knieën.

Jaren geleden zocht ik Erik Maan op toen hij in het wijkcentrum in Crooswijk actief was. Rond een tafel zaten wat mensen op leeftijd koffie te drinken, ze keken er niet al te vrolijk bij. Erik Maan vertelde dat de Crooswijkers nog steeds nijdig waren omdat “hun kerk,” de Koninginnekerk door de slopershamer was vernield en dat namen ze de Hervormde gemeente Rotterdam Centrum hun leven lang kwalijk.

Deze week is het vijftig jaar geleden. Op 31 december 1971 was de laatste dienst in de Koninginnekerk. De kerk was propvol en de gemeente kreeg er van de dominee van langs dat ze er nu, bij het afscheid, allemaal opeens wel waren. Waar de kerk stond werd later de Koninginnetoren gebouwd, niet het mooiste gebouw van Rotterdam. De Koninginnekerk was wel mooi. Een groot sierlijk gebouw, twee ranke torens met koperen koepels. De kerk stond op de kop van de Spiegelnisserkade, een van de meest markante punten in de wijk, de parel van Crooswijk. En het gebouw met de beste akoestiek van Rotterdam. Gebouwd in 1907 door de Rotterdamse architect Hooijkaas. Op de Admiraliteitskade staat het kantoor dat eens het bureau van Hooijkaas was, binnen is een gebrandschilderd raam met een
afbeelding van de Koninginnekerk.

De “gecommiteerden” (nu kerkrentmeesters) van de Hervormde gemeente hadden besloten dat alle gemeenten in de stad het onderhoud van hun eigen kerken moesten dragen. De Crooswijkers waren geen grote kerkgangers en gemiddeld niet kapitaalkrachtig, daarmee was het lot van de Koninginnekerk beslecht. In 2012 werd de Koninginnekerk verkozen tot ‘mooiste gesloopte kerk van Nederland.’ Een zure
eer.

Ik heb een bijbel, ooit gekregen, met “Koninginnekerk” in gouden letters op de omslag en een muntje met een afbeelding van het orgel. De boze Crooswijkers hebben groot gelijk. Het is eeuwig zonde.

Wat een heerlijk vooruitzicht voor een aankomende pensionado. Ik bedoel de stroom “nieuwsberichten” van de afgelopen week over dingen die geen nieuws zijn, maar allemaal van lang of langer geleden. Als die trend doorzet dan hoeven we in de toekomst nooit meer ergens wakker van te liggen of ons over op te winden. Een krant berichtte dat nu in het Nationaal Archief de stukken uit 1971 in te zien zijn, waaruit blijkt dat Prins Bernhard, die dat jaar 60 werd, van zijn vrienden een verjaarscadeau kreeg, maar ze wisten niet wat ze hem zouden geven. En dat in de ministerraad hoogoplopende meningsverschillen waren over de spellinghervorming (pannenkoek i.p.v. pannekoek) maar dat het er niet meer toe deed omdat het besluit in Vlaanderen al genomen was.

Het “nieuws” hoogtepunt was wel de laatste elf steden tocht in 1997. Afgelopen dinsdag werd de t.v. uitzending van 25 jaar geleden gewoon de hele dag herhaald. Ik was er graag voor gaan zitten maar bedacht dat ik dat tot volgend jaar moet uitstellen. Want, zoals gezegd, als de trend doorzet, kunnen we elk jaar op 4 januari de hele dag naar de elf steden tocht op de t.v. kijken. Het andere nieuws van de week was de bestorming van het Capitool. Een jaar geleden, dat kwam wel heel dichtbij!

Van het Corona nieuws hebben we allemaal de buik vol. De nieuwsberichten over de “oversterfte” zijn moeilijk te interpreteren en hoe dan ook angstaanjagend. Maar of het recyclen van dat oude nieuws niet gewoon een andere manier is van de kop in ’t zand steken?

Uit mijn kindertijd herinner ik me dat de oudejaarsdag meer dan andere dagen z’n eigen gebruiken had. Ik ging met m’n vader mee naar de plaatselijke boerenleenbank, toen niet meer dan een zijkamertje in een gewoon woonhuis, met tafel, stoelen en een kluis. Daar werd het saldo op 31 december vastgesteld, bankbiljetten en munten op tafel en een schaal oliebollen in het midden. ‘s Middags ging mijn vader in bad.

Dat deed hij op andere dagen in het jaar vast ook wel, maar op oudejaarsdag werd dat aangekondigd als een soort ritueel. Voor het avondeten werden uit de kelder blauwe bordjes gehaald waar alleen op die avond in het jaar van gegeten werd. We gingen ’s avonds ook naar de kerk, en als we niet gingen werd psalm 90 voorgelezen. Die gebruiken zijn er niet meer. Ze vielen een voor een af, het begon al in m’n kindertijd. Er kwamen sommige andere gewoontes voor in de plaats, die dan ook weer afvielen.

Wat ik heb bewaard is de gedachte dat oudjaar iets heeft van een overgang. Wat komt is deels onbekend. Wat onbekend is kan onzeker maken of zelf angst aanjagen. Je kunt het ook aangaan als een avontuur, zoals het leven als een ontdekkingsreis gezien kan worden. Zo werd het ons als kinderen doorgegeven, dat heb ik in ieder geval bewaard.

Het zal meer dan twintig jaar geleden zijn; we waren uitgenodigd bij een concert in Amsterdam. In de pauze stond ik aan een statafel in een kopje koffie te roeren. Aan de andere kant van de tafel stond Ed van Thijn, ook in zijn koffie te roeren. Ik overlegde met mezelf of ik hem zou aanspreken. Het was een ongepaste plaats om te zeggen wat ik overwoog te doen. En het was mogelijk dat ik hem lastig viel met iets wat hij niet wist of niet wilde weten. Maar ik zei het.

Dat mijn tante, de zus van mijn vader, hem van Amsterdam naar een onderduikadres in Limburg had gebracht, met de trein. Het was in ’40 of ’41 in de oorlog en hij was een jaar of zes. M’n tante had daar wel eens over verteld. Ze had een tijd met een studentenverzetsgroep meegedaan. Van Thijn wist onmiddellijk over wie ik het had. Hij wist dat m’n tante niet zo lang daarvoor gestorven was, hij wist alles. We praatten tot de pauze voorbij was, ik gaf hem m’n adres. Later stuurde hij me een paar boeken over de onderduik van Joodse kinderen uit Amsterdam.

Ed van Thijn is een week geleden gestorven. In een krant las ik de volgende uitspraak van hem: “mijn drijfveer is het ethisch kompas dat mijn redders bij mij hebben achtergelaten.” Dat verklaart nu waarom hij mijn tante niet vergeten was. De accurate lezer kan zich afvragen of dit stukje niet over Kerstmis had moeten gaan. Maar dat gaat het ook. Joodse kinderen die moesten vluchten voor Herodes die het op hun leven voorzien had, onder wie ook Jezus, die met zijn ouders naar Egypte in de onderduik ging. Het feit dat op deze aarde voor veel mensen geen plek is. En dat Kerstmis een moment is om daar bij stil te staan. Dat vrede op aarde een opdracht is en een belofte.

De stijgende energiekosten bezorgen mensen kopzorgen. De omikron-variant van het Corona is reden tot ongerustheid, om ouderen, om kwetsbare naasten en om jezelf.

Het is zinnig om af en toe je eigen zorgen kritisch te bekijken. In het nieuws zijn nu en dan geruchten over de Nederlandse gasvoorraad die krapper zou zijn dan anders in de tijd van het jaar. Of het wel genoeg is? Als er nou eens een historisch koude winter (de Russische beer) voor de deur staat? Houden we het dan wel warm? Het lijkt een beetje op het wc-papier-hamster-fenomeen.

Alleen al het idee van schaarste is aanleiding tot begin van paniek. Om het in het leven vol te houden helpt een kleine dosis vertrouwen. Teveel vertrouwen kan dom zijn. Maar geen vertrouwen hebben kan een mens belasten met een permanente bezorgdheid over alles. Waar haal je dat vandaan, een beetje vertrouwen? Niet uit een reden, niet uit een argument. Uit het niets of uit de lucht, of
uit het besluit om geen wanhopig mens te zijn.

Een goede vierde adventsweek gewenst, Bernard van Verschuer