25 Jaar geleden
In de eerste februaridagen van 1995 werd het Rivierengebied wegens dreigende dijkdoorbraken geëvacueerd. Wij woonden in Duitsland. Mijn vader hield ons via de telefoon op de hoogte. Ik herinner me mijn eigen verwarring, bijna ongeloof bij de opeenvolgende mededelingen. Het vee, schapen, koeien, paarden en zelfs de kippen werden elders in Nederland ondergebracht, de koeien kwamen in Friesland terecht. Alle meubels werden van de begane grond naar de eerste verdieping gesleept.
Er kwam een verordening dat iedereen het gebied moest verlaten. Mijn ouders besloten niet weg te gaan, ze trokken zich terug in de keuken op de eerste verdieping. Wel lieten ze voor de zekerheid een bootje naast het huis leggen. Na een tijdje ontdekten ze dat zij niet de enige ongehoorzamen waren, andere achterblijvers kwamen buurten. Een volgende dag werden ze ontdekt door patrouillerende agenten. Die schoven aan voor de koffie in plaats van handboeien tevoorschijn te halen. Een dag erna was het voorbij.
Mijn moeder vertelde later dat kort nadat het gebied door mensen verlaten was de dieren tevoorschijn waren gekomen. Reeën en hazen liepen over de straten en struinden over erven en door tuinen. Ik vond dat een beetje onwaarschijnlijk, dat die dieren het verdwijnen van de mensen meteen in de gaten hadden. Maar mijn moeder verzon geen verhalen en voor zulke dingen had ze een scherp oog.