Agnost
De VPRO zomergast van afgelopen zondag was de t.v. maker Arjen Lubach. Het gesprek ging over Lubachs twee grote ‘passies’: Zweden, de Zweedse taal en cultuur, en godsdienst. Lubach noemde zichzelf een ‘agnost’, want volgens hem valt niet te bewijzen dat er geen god is, zo min als je kunt bewijzen dat er geen kabouters zijn. Ondertussen besteedt Lubach veel energie aan het bestrijden van godsdienst omdat hij het irrationeel vindt. Als kind ging Lubach naar een christelijke school en werd hij door zijn ouders mee naar de kerk genomen. Over de schade die hem dat heeft berokkend vertelde hij niet, misschien vindt hij dat godsdienst de menselijke geest verontreinigt met een niet-rationeel wereldbeeld.
Waar ik me aan stoor bij types als Lubach, voor wie het bestrijden van godsdienst zo’n ding is, dat het een nogal gemakkelijk thema is. Volgens het (in Nederland) heersende rationele wereldbeeld is iedere vorm van godsdienst een achterhaald iets waarmee je kunt afrekenen zonder je erin te hoeven verdiepen. Er zijn genoeg spirituele dwaallichten aan te voeren om het hele gedoe belachelijk te maken.
Bij iemand die zich ‘agnost’ noemt veronderstel ik een vorm van nieuwsgierigheid. Zonder dat is het een in beton gegoten wereldbeeld. Zulke wereldbeelden zijn er al genoeg, bij religieuze en niet religieuze mensen.