Calamiteit
Gisteren reed ik met de auto (op het land gebruiken we nog auto’s) in het dorp op weg naar de bakker. Op de hoek van de straat zaten een zwarte kat en een lijster, een meter tussen hen in, elkaar aan te kijken. Het leek alsof de lijster een black out had en de kat zag eruit alsof-ie aan het nadenken was of het hier om een valstrik ging, een lijster die zich als op een presenteerblaadje aanbiedt. Ik stapte uit de auto en overlegde even of ik zou doen wat elk modern mens in die situatie doet: z’n telefoon pakken om een foto te maken, maar zo modern ben ik nou ook niet. Het meest opmerkelijke was een andere lijster die een paar meter verderop, op een tuinhek, paniekerig heen en weer sprong, heel goed wetende aan welk gevaar z’n partner zich blootstelde.
Toen ik vlak bij was zette de kat de aanval in, de lijster fladderde onbeholpen voor de kat uit, ik ertussen in, deed een vergeefse duik naar de lijster om hem te vangen. De lijster verdween in een heg, de kat er achter aan. Ik graaide in de heg om de lijster te vinden en de kat weg te houden. Twee kinderen op fietsjes (meivakantie) stonden stil om te vragen wat ik aan het doen was en ondertussen vloog de andere lijster paniekerig naast de heg heen en weer.
Tenslotte kwam de kat uit de heg zonder lijster in z’n bek en zette even verderop een volstrekt zinloze aanval op de andere lijster die van de heg wegvloog als om z’n hulpeloze maatje te redden. Een beetje als Poetin die de Polen pakt door de gaskraan dicht te draaien, omdat hij zich toch op iemand moet afreageren.
Ik heb me uit de heg losgemaakt om een brood te gaan kopen.