De loop der dingen
Over de zwaluwen in mijn stal heb ik eerder geschreven. Ieder voorjaar omstreeks 9 april arriveren de boerenzwaluwen uit het verre zuiden. Zonder tijd te verliezen gaan ze aan de gang: de nesten van het vorige jaar worden op orde gebracht, eieren gelegd en bebroed. De zwaluwen zijn smeerpoetsen, maar ze zijn fantastisch tegen de insecten in de stal. Ik telde vorig jaar 28 nesten. Als de eieren zijn uitgekomen begint een periode waar overbelaste vaders en moeders zich mee kunnen troosten. De zwaluwen vliegen van vroeg tot laat af en aan om hun onverzadigbare kroost te voeden en als de jongen het nest verlaten hebben wordt terstond met de tweede leg begonnen.
Dit jaar heeft zich tot onze blijde verrassing in een belendende schuur een paar kerkuilen gevestigd. De uilen zijn jagers, ’s nachts is geen muis veilig. Maar een paar weken geleden waren opeens een paar zwaluwnesten verlaten. Na enig speurwerk ben ik ervan overtuigd dat de kerkuilen ’s nachts een makkelijk snackje komen halen en nu alle nesten hebben leeggegeten.
Mijn enthousiasme over de kerkuilen is verdwenen en mij kwelt nu de vraag of de zwaluwen volgend jaar nog terugkomen.