U gebruikt een verouderde browser. Om die reden werkt deze site wellicht niet naar behoren.Direct naar hoofdinhoud

De menselijke toestand

Een enkele keer wordt opgebeld met de vraag of ik het kleinkind van het dagverblijf kan ophalen, omdat iets uitloopt of nog iemand geopereerd moet worden.

Woensdagmiddag haastte ik me uit Ommoord naar huis, schroefde het kinderstoeltje achter op de fiets en kwam om 18.00 uur op de crèche. Binnen was het leeg. Alle kinderen (hun ouders maken lange werkdagen) waren buiten aan het spelen.

Het kleinkind lag op zijn buik in een hoek, geconcentreerd met iets bezig. Ik riep een, twee keer zijn naam. Hij stond op en kwam met een ernstige blik in zijn wijd open ogen haastig naar me toe lopen en pakte mijn hand vast. Zijn blik zei: je had wel wat eerder kunnen komen, we moeten verdomd gauw weg hier. Buiten op straat liet hij zich met een zucht van verlichting in het fietsstoeltje zetten.

Vrij, eindelijk vrij!