De stad in de stilte
In de vroege avond staan voor de Covid testlocatie in de Zwart Jansstraat jongeren te wachten tot ze aan de beurt zijn. Met een negatieve uitslag (binnen een kwartier) kunnen ze gaan dansen of iets anders doen waarbij ze zich aan geen 1,5 meter regel hoeven storen.
Ondertussen zijn de meeste festivals afgelast. Op het Pijnackerplein was geen Keti Koti viering, er is dit jaar geen Blue Grass festival, er zijn geen Versam dagen (Turks), er is geen brocante markt. Voor de organisatoren is het vervelend, voor de liefhebbers ook. Sommige wijkbewoners zullen het jammer vinden, ik zie er ook een voordeel in. De tot in de late avond dreunende luidsprekers en de trommeloptochten ontbreken. Dat brengt een hoop stilte voort.
En er ontstaat ruimte voor andere dingen: avond aan avond zitten vrouwen op het plein, ze maken kringen met van huis meegenomen klapstoelen, ze praten en eten en houden hun spelende kinderen in de gaten. Er zijn groepen die meer en minder georganiseerd aan fitness doen, er wordt gedanst, zo nu en dan verschijnt een clubje dat zingt, er wordt boksles gegeven en er is af en toe iemand met een gitaar en een ander met een bijbel die met anderen in een kring zitten of staan.
Veel verschillende mensen die een wijk bevolken, de ruimte die ontstaat maakt het zichtbaarder dan het was.