Democratie
Op 27 september 1918 kwam de Rotterdamse onderwijzeres Suze Groeneweg als eerste vrouw in de Tweede Kamer. Reden om in het Kamergebouw een borstbeeld van haar neer te zetten, wat deze week gebeurde.
Het algemeen kiesrecht en daarmee het democratisch bestel vinden we belangrijk, maar het staat onder druk. In 2019 zijn Europese verkiezingen, de deelname van de kiezers daaraan is al lang laag. “Democratie moet dichter bij de mensen,” zeggen ze, maar misschien moeten de mensen gewoon dichter bij de democratie.
Democratie is in Griekenland uitgevonden, het werd pas iets in Europa en vooral in de Verenigde Staten in de negentiende eeuw. Daar was toen nog geen politiek establishment, men moest de zaken onderling regelen. Het geduld om te luisteren, de inspanning om bij elkaar te komen en een oplossing te vinden die niet alleen het eigen belang tevreden stelt zijn de noodzakelijke voorwaarden. Daarmee wordt democratie niet uitbesteed aan leden van een gemeenteraad of parlement, want het wil ruimer opgevat worden: buurten, verenigingen, groepen, actiegroepen, comité’s en kerken, ze maken er alle deel van uit. De manier waarop mensen met elkaar omgaan, de tijd die ze willen besteden aan het luisteren naar anderen en zich niet afzonderen met gelijkgezinden. Zo beschouwd is democratie het leven zelf. Het mag idealistisch in de oren klinken, maar met minder houd je geen democratie in stand.