U gebruikt een verouderde browser. Om die reden werkt deze site wellicht niet naar behoren.Direct naar hoofdinhoud

Dood

Dondermiddag, er was alweer kerkcafé, bood ik een dame, die uit de Laurenskerk naar buiten ging, een beker thee aan. “Nee dank u,” zei ze, “ik heb even een kaarsje aangestoken.” Mijn vragende blik vatte ze op als uitnodiging om er nader op in te gaan. “Voor Jules Deelder, hij is vandaag gestorven.”

Ik wist het niet. We deelden onze verbazing over het onverwachte verscheiden. Ik memoreerde dat hij onlangs zijn 75ste verjaardag met een groot feest gevierd had, schijnbaar in blakende gezondheid. De dame bevestigde dat, ze was zelf op het feest geweest.

Over Jules Deelder merkte ooit Henriëtte Smits op, vroeger vooraanstaand Maaskants gemeentelid, dat hij zijn kleine talent maximaal had aangewend. Dat “kleine talent” klinkt op het eerste gehoor wat neerbuigend, maar het is dat niet. Als we allemaal ons kleine talent maximaal zouden gebruiken dan waren we er in doorsnee een stuk beter aan toe dan we zijn.

Jules Deelder is met Rotterdam verbonden. Dat zal hij blijven zolang de gebouwen staan op wier gevels zijn dichtregels geschreven zijn. In deze stad staan gebouwen, behalve de Laurenskerk, doorgaans maar een tijdje.

Een gedicht van Jules Deelder staat op de muur van de voetgangerstunnel naast de Beneluxtunnel. Toen we eens, nadat we de laatste metro hadden gemist, midden in de nacht te voet door die tunnel gingen, (Jules Deelder zou op zijn Rotterdams zeggen “toen je onder de tunnel doorging”) las ik het voor het eerst.

Lieve Ari
Wees niet bang
De wereld is rond
en dat is-tie al lang
De mensen zijn goed
De mensen zijn slecht
Maar zij gaan allen
dezelfde weg
Hoe langer je leeft
hoe korter het duurt
Je komt uit het water
en gaat door het vuur
Daarom lieve Ari
Wees niet bang
De aarde draait rond
en dat doet-ie nog lang.