Een wonder
9 November is het dertig jaar geleden dat in Berlijn op de grensovergang de slagbomen omhoog gingen en de mensen van oost en west elkaar huilend en lachend in de armen vielen. Het was het einde van de koude oorlog. Niemand rekende ermee, er werd geen schot gelost, het was een wonder.
Ik was nog nooit achter het IJzeren Gordijn geweest, maar in het begin van de jaren negentig verhuisden we naar het voormalige Oost Duitsland. Wat me is bijgebleven is de algehele ontreddering. Mensen moesten verzekeringen afsluiten, diploma’s bleken niets waard te zijn, het fenomeen werkeloosheid was volstrekt onbekend, enzovoort.
Die uit het westen overspoelden het land met hun glimmende Mercedessen om de boel op orde te brengen en ook om te zien of er iets terug te vorderen was, huizen die hun naar het westen getrokken ouders ooit hadden achtergelaten. De Duitsers waren voortaan een volk met winnaars en verliezers. De winnaars wisten het, de verliezers kregen het te voelen. Er waren West Duitsers die zich niet als winnaar gedroegen, er waren Oost Duitsers die weigerden verliezer te zijn, maar dat zij in het oosten verliezer waren is er diep ingewreven.
Wat ook blijft is de herinnering getuige te zijn geweest van een wonder.