U gebruikt een verouderde browser. Om die reden werkt deze site wellicht niet naar behoren.Direct naar hoofdinhoud

Een zwerversjongen

Op 6 mei werd gemeentelid Jaap Liersen 90 jaar. Namens de gemeente ging ik hem de dag na de verjaardag feliciteren en, met inachtneming van de regels, op het ruime balkon van de familie Liersen-van Es de resten van het verjaardagsgebak soldaat maken.

Jaap Liersen is geboren in Rotterdam, het jongste kind uit het tweede huwelijk van zijn vader. Z’n vader was eerst kapper en later havenarbeider. Hij leed onder een slechte gezondheid en overleed toen Jaap 18 was. Jaap heeft altijd zwerversbloed in z’n lijf gehad. Toen hij een jaar of twaalf was (in de oorlog) liepen hij en z’n vriendje via Maastricht tot aan de grens. Wat ze van plan waren, wilde de douanier weten. Jaap antwoordde dat ze op weg waren naar Marseille. Hij had in een boek gelezen dat je in Marseille op een schip kon klimmen waar je je onder een dekzeil kon verstoppen om een week later in Zuid Amerika aan te komen. Jaap en z’n vriend werden weer naar Rotterdam gebracht.

Later in de oorlog liepen Jaap en z’n vriend nog een keer weg. Naar een boerderij in Giekerk in Friesland, waar Jaap al eens eerder een paar weken via de kerk was ondergebracht. De boerin had de eerste keer bij het afscheid gezegd dat Jaap altijd welkom was. Ze bleven op de boerderij tot de oorlog was afgelopen. Weer thuis wilde hij matroos worden. Zijn vader gaf toestemming en Jaap monsterde aan op de Rijnvaart. Na jaren haalde hij zijn schippersdiploma, waarvoor je elke ondiepte en vernauwing in de Rijn uit het hoofd moest weten. Jaap kon ze allemaal opnoemen. Hij voer eerst voor een Nederlandse, later voor een Belgische reder. Niet lang nadat hij en z’n vrouw op een ander schip waren overgestapt, een van de grootste die op de Rijn voeren, verdronk hun zoontje. Jaap en z’n vrouw konden het aan boord niet meer uithouden.

Ze vonden een huis op Zuid, Jaap ging besteldiensten doen voor een slijterij. Toen hij eens door Ommoord reed zag hij een bord waarop een kraanmachinist in de bouw gevraagd werd. Of hij hoogtevrees had, vroegen ze. Jaap wist het niet, hij klom in de kraan naar boven en werd aangenomen. Tot zijn tweeënzestigste zat hij op de kraan en verwierf door de jaren heen alle diploma’s die er te halen zijn. Na jaren van ziekte overleed Jaaps vrouw. Later ontmoette hij Joke van Es, vroeger de kosteres van de Pauluskerk. Zij had haar man verloren. Jaap is met Joke getrouwd, uitgezworven en geland in een mooie flat in Capelle.