Eenzaamheid
Van veel dingen ben ik geneigd het te wijten aan mijn voortschrijdende leeftijd. Zoals de woede die zomaar in me kan opwellen over de stompzinnigheid van een nieuwsbericht. Het bericht was over een onderzoek naar eenzaamheid onder ouderen. Trotse wetenschappers maakten bekend dat ouderen twintig jaar geleden gemiddeld eenzamer waren dan nu. Ik denk: hoe kun je dat meten? Is de perceptie van ‘eenzaamheid’ in die twintig jaar precies dezelfde gebleven? Wat is er in die periode veranderd? Hebben ouderen Netflix ontdekt, zijn ze actief geworden op Tinder, schepen ze zich vaker in voor Rijnreisjes?
Waar slaat het op, dat onderzoek en die conclusie? Is het vooral bedoeld voor de wetenschappers en hun generatiegenoten, dat ze zich met de kerstdagen niet druk hoeven te maken over hun ouders en andere bejaarde familieleden, omdat die het statistisch gezien verdomd gezellig hebben?
Eenzaamheid onder ouderen is een tijdlang een soort trend geweest. De gemeente Rotterdam begon een programma om er wat aan te doen. Het kan zijn dat het wat geholpen heeft, maar wie wel eens door een verpleeghuis loopt weet dat het met een programma niet is opgelost.