U gebruikt een verouderde browser. Om die reden werkt deze site wellicht niet naar behoren.Direct naar hoofdinhoud

Ethisch kompas

Het zal meer dan twintig jaar geleden zijn; we waren uitgenodigd bij een concert in Amsterdam. In de pauze stond ik aan een statafel in een kopje koffie te roeren. Aan de andere kant van de tafel stond Ed van Thijn, ook in zijn koffie te roeren. Ik overlegde met mezelf of ik hem zou aanspreken. Het was een ongepaste plaats om te zeggen wat ik overwoog te doen. En het was mogelijk dat ik hem lastig viel met iets wat hij niet wist of niet wilde weten. Maar ik zei het.

Dat mijn tante, de zus van mijn vader, hem van Amsterdam naar een onderduikadres in Limburg had gebracht, met de trein. Het was in ’40 of ’41 in de oorlog en hij was een jaar of zes. M’n tante had daar wel eens over verteld. Ze had een tijd met een studentenverzetsgroep meegedaan. Van Thijn wist onmiddellijk over wie ik het had. Hij wist dat m’n tante niet zo lang daarvoor gestorven was, hij wist alles. We praatten tot de pauze voorbij was, ik gaf hem m’n adres. Later stuurde hij me een paar boeken over de onderduik van Joodse kinderen uit Amsterdam.

Ed van Thijn is een week geleden gestorven. In een krant las ik de volgende uitspraak van hem: “mijn drijfveer is het ethisch kompas dat mijn redders bij mij hebben achtergelaten.” Dat verklaart nu waarom hij mijn tante niet vergeten was. De accurate lezer kan zich afvragen of dit stukje niet over Kerstmis had moeten gaan. Maar dat gaat het ook. Joodse kinderen die moesten vluchten voor Herodes die het op hun leven voorzien had, onder wie ook Jezus, die met zijn ouders naar Egypte in de onderduik ging. Het feit dat op deze aarde voor veel mensen geen plek is. En dat Kerstmis een moment is om daar bij stil te staan. Dat vrede op aarde een opdracht is en een belofte.