Gemeentelid
Aan de dijk van de Nieuwe Waterweg, tegen Vlaardingen aan, was het verst afgelegen adres van een gemeentelid van de Maaslandse Hervormde kerk. Een weduwe met drie vrijgezelle zoons. Halverwege tegen het flauwe talud van de dijk lag de woonschuit waar ze kort na de oorlog met haar man was ingetrokken.
Die schuit op het droge was nog altijd hun woning. Aan een kant hadden ze een bijkeuken aangebouwd en aan de andere kant een slaapkamer. Rond de boot stonden een schapenstal, een kippenhok, een schuur waar de zoons hun auto’s repareerden en er was een grote moestuin. Op het erf stond ook een zelfgebouwde windmolen om stroom op te wekken, elektriciteit was er niet.
De eerste keer dat ik er kwam vroeg ik of ze ooit met het schip in het water gelegen had. De laatste keer, vertelde ze, was in 1953 geweest, bij de watersnood. Daarna nooit meer.