Hagia Sophia
Twee keer ben ik in Istanbul (of Constantinopel) geweest en twee keer in de Hagia Sophia. Zelfs de Laurenskerk is daarnaast een schamel hokje. Ik zou er graag nog eens heen willen, alleen om het gebouw te zien.
De Hagia Sophia, kathedraal van de heilige wijsheid, werd gebouwd in 537 onder de Byzantijnse keizer Justinianus. Toen het klaar was zou Justinianus geroepen hebben: “Salomo, ik heb je overtroffen!” Het gebouw is een geniaal meesterstuk, je raakt er niet in uitgekeken.
Dat de Hagia Sophia door de eeuwen aardbevingen, plunderaars en oorlogen getrotseerd heeft kun je een wonder noemen. In 1453 veroverde sultan Mehmet II de stad en maakte van de kerk een moskee. Men zegt niet om de christenen te vernederen, maar om het gebouw voor vernieling te behoeden.
De Hagia Sophia roept herinneringen op aan het Byzantijnse Rijk, aan de voor het Christendom beslissende concilies die er zijn gehouden, aan bijna tweeduizend jaar geschiedenis van het Midden Oosten en van Europa.
De Turkse president Ataturk maakte in 1934 van de moskee een museum.
Op 24 juli zal in de Hagia Sophia weer het vrijdaggebed gehouden worden, heeft president Erdogan besloten of de rechter die vaststelde dat in 1934 een onrechtmatige beslissing was genomen.
Dat religie voor politieke doelen wordt ingezet, zoals de herbestemming van de Hagia Sophia, is niet nieuw. Het gebouw kan het wel hebben, stel ik me voor, zolang ze van de mozaïeken en de schilderingen afblijven.