Heiligman
Onze sinterklaasviering was in de loop van de jaren in het slop geraakt. We deden er nog aan, maar het werd ook wel eens overgeslagen en dat steeds vaker. Ten slotte kochten we nog een cadeautje voor elkaar, al dan niet met een gedicht dat we aan elkaar voorlazen. Ik kreeg meestal een trui en ik gaf iets praktisch terug. ‘Zachte pakjes,’ zoals die vroeger bij ons thuis met minachting werden aangeduid.
Dit jaar was het sinterklaasfeest volstrekt anders. Ongeveer zoals onze minister president zich het vierde kabinet Rutte voorstelt: sprankelend, gerevitaliseerd. De oorzaak van de verandering was het kleinkind van bijna vier jaar. Hij had avond aan avond het sinterklaasjournaal op de t.v. gevolgd, hij was buitengewoon geïnteresseerd in schoorstenen en hij had zich een behoorlijk repertoire aan sinterklaasliedjes eigen gemaakt.
Zo kwamen we zondagmiddag 5 december voor het eerst sinds jaren weer bij elkaar om sinterklaas te vieren. Een mand met pakjes buiten op de stoep, een ‘onbekende’ die aanbelde en hard wegholde en met een kolossale opwinding.
Ik bedacht me nog eens hoe onbenullig in ieder geval sommige aspecten van het inmiddels wat verflauwde sinterklaas debat zijn: alsof de gezichtskleur van Piet voor
een kind ook maar iets zou uitmaken. Een nieuwe generatie, een andere tijd. Een voorwaarde om heilig te worden verklaard is dat iemand na zijn dood nog een wonder kan doen. In dat opzicht is de heiligheid van Sinterklaas zo echt als wat.