Heimwee
Maandag de 14e, de dag van het bombardement, ging ik naar de Laurenskerk voor de herdenkingsdienst. Omdat ik na een half uur weg moest schoof ik in een van de achterste rijen naast een man, die schatte ik, van rond 1940 moest zijn. Op mijn knik zei hij “good morning” terug waarop ik vroeg of hij ‘British’ was. Hij antwoordde ontkennend maar hij was gewoon om “good morning” te zeggen. Het zat zo: hij was zijn leven lang van plan geweest om naar Canada te emigreren. Eens was het zo ver dat alle papieren getekend waren maar het ging niet door. “Mijn vrouw wilde niet” zei hij.
Als kind was hij met zijn ouders geëmigreerd. Omdat een van zijn ouders heimwee had waren ze na een tijdje naar Rotterdam teruggekeerd. Sindsdien was naar Canada gaan zijn droom en vaste voornemen. Maar toen hij trouwde bleek zijn vrouw er niet voor te voelen. Hij had gedacht haar wel om te praten maar ze waren altijd hier gebleven.
Hij kwam nooit in de kerk, zei hij. Ik antwoordde dat we allemaal een leven lang onderweg zijn ergens naar toe zonder zeker te weten of we ooit zullen aankomen.