“Herder, waarom zing je niet?”
Met de aanslag op de kerstmarkt in Berlijn is Europa in het hart getroffen, zegt men. Een eet- en drinkgebeuren waar je overbodige prullaria koopt om die gauw daarna in de vuilnisbak te dumpen, welk zich afspeelt tegen een ‘überkitsch’ decor met lachende rendieren wat heel in de verte herinnert aan de geboorte van het kind in de stal in Bethlehem.
Als dat ‘het hart van Europa’ is vraag je waarom iemand die de ondergang van Europa beoogt een aanslag op een kerstmarkt pleegt in plaats van erbij te gaan staan en te wachten tot het vanzelf gebeurt.
Een lichtpuntje in de duisternis is de houding van veel Duitse politici. Ze zeggen niet zo veel. Daar kun je als politicus wat van opsteken: dat het niet per se nodig is om meteen te reageren, ‘er boven op te zitten,’ te beginnen met ‘duiden’. Je hoeft je niet zo nodig te profileren als progressief patriottistisch, laten zien dat je niet zomaar van je stuk bent, niet meteen ontploft van verontwaardiging.
Dat is leiderschap en daarvoor wordt iemand gekozen. Zo ingewikkeld is het dan opeens ook weer niet, democratie.