Ik ga op reis, Pieter
De tijd van de Corona lock downs is in mijn geheugen een nogal diffuse periode. Ik moet zo nu en dan opzoeken wat en wanneer gebeurde. Maar het was vóór de Corona dat ik een rolletje speelde in een film die Peter Lems heeft gemaakt. Gisteren ging ik in het theater annex dorpshuis van Zevenhuizen het resultaat zien. In de film, die tijdens de oorlogsjaren speelt, treed ik op als dominee in de kerk aan de Kralingse Avenue Concordia. Er is aan mij geen groot acteur verloren gegaan. In mijn herinnering verhaspelde ik de paar zinnen die ik moest uitspreken, in de film valt dat gelukkig niet erg op.
Peter Lems heeft een stuk over Rotterdamse kinderen in de oorlog gemaakt. Filmfragmenten en toneelspel wisselen elkaar af, een deel van de handeling is in de oorlog, een deel in het nu. De belangrijkste personages zijn Pieter een jongen en zijn Joodse bovenbuurmeisje Esther. De volwassen Pieter, gespeeld door Peter Lems, vertelt zijn kleindochter over de oorlog, hoe hij die als kind beleefde. Hoe Esther met haar broertje en haar ouders onderdoken zat in het kamertje achter het orgel in de kerk. (Ontleend aan de onderduikers die in de oorlog achter het orgel van de Breepleinkerk op Zuid verstopt waren). Verbanden worden gelegd met het nu. De kleindochter van de oude Pieter heeft Syrische kinderen in de klas met wie ze botst. Pieter en zijn kleindochter trekken de conclusie dat het er mee begint dat je elkaars namen kent.
Gisteren zag ik, samen met zo’n 80 Zevenhuizense schoolkinderen, hoe ingenieus het stuk in elkaar is gezet, met vuur gespeeld door een handjevol jonge acteurs en door Peter Lems zelf. In de film komen de Kralingse boekhandel Amesz voor (op het oog niet veel veranderd in de 80 jaar) en slagerij van Linschoten in de Lusthofstraat (wel veranderd). Het stuk ‘Ik ga op reis, Pieter’ is in de afgelopen weken meer dan 30 keer opgevoerd, vandaag voor het laatst.
“Soldaat van Oranje” zal het niet worden, maar ik zou me verbazen als er niet nog eens nieuwe uitvoeringen volgen.