U gebruikt een verouderde browser. Om die reden werkt deze site wellicht niet naar behoren.Direct naar hoofdinhoud

Libanon

De ontploffing op 4 augustus die een groot deel van Beiroet vernielde is een ramp. Een ramp in een land waar de ene ramp op de andere volgt: een burgeroorlog, de miljoenen vluchtelingen, en altijd de corruptie waarin alle herstel wordt gesmoord.

Een oorzaak is de verschuiving in de samenstelling van de bevolking. In Libanon waren tot in de twintigste eeuw de christenen in de meerderheid. Met de stroom Palestijnse vluchtelingen uit Israël, (onder wie ook veel christenen) groeide het moslimdeel. De christenen werden een minderheid maar trekken nog wel aan de touwtjes. Dat is, op zijn simpelst, het probleem Libanon.

De Libanese christenen, tenminste de meerderheid, noemen zich Maronieten, volgelingen van de heilige Maron van Beit. Hij leefde als kluizenaar in de Libanese bergen en stierf in 410. De Maronieten kozen geen partij in het grote dilemma dat de christenen honderden jaren heeft beziggehouden, de vraag of Jezus mens was of God.

Al die groepen in het Midden Oosten voor wie het geloof een vaandel was en is om zich achter te scharen, het is fascinerend en vrij afschuwelijk tegelijk.