Offerfeest
In de Zwart Jan straat stroomden mensen de winkels in en uit, op zoek naar iets sjieks, fleurigs of stijlvols om bij het offerfeest te dragen. Aangeraden wordt om bij het offerfeest iets nieuws aan te trekken en ook mannen kunnen parfum opdoen. Vandaag begint het en het duurt drie dagen.
Het offerfeest gedenkt het offer van Abraham, in de koran “Ibrahim,” die in opdracht van God zijn zoon gaat offeren op de berg Moria. In de koran wordt de naam van de zoon niet genoemd. (In de bijbel heet hij Izaäk, moslims menen dat het Ismaël was.) Net als Abraham de hand aan zijn zoon wil slaan, klinkt een stem en even later is er een ram, met zijn hoorns vastgeraakt in de struiken die in de plaats van de zoon geofferd wordt. Er zijn er die het verhaal aanleiding vonden om God vaarwel te zeggen, een god die zoiets vraagt is een sadist.
Ik zie er een mens in die zich de vraag stelt wat toewijding en geloof hem waard zijn. En er is de inspanning om te vertrouwen: “God zal er voor zorgen, mijn jongen” zegt Abraham tegen zijn zoon.
Bovendien is het verhaal een breuk met een magische manier van denken: “ik moet om goedkeuring te vinden het meest dierbare afstaan.”
Redenen om moslims een gezegend offerfeest te wensen.