Ondertussen op het land
Gisteren waren we in een winkel om de bestelde printer op te halen. De printer is ervoor om de “home office” verder te professionaliseren. Tijdens het afrekenen nam de verkoper de telefoon op. Ik hoorde hem zeggen dat alle tondeuses waren uitverkocht en ook via de groothandel niet meer te krijgen. Mogelijk hadden die alleen nog baby-tondeuses op voorraad. Behalve de “home office” wordt ook in veel woningen de “home-barbershop” ingericht.
Naast die “home office” heb ik ook een tafel met bakjes met allerlei zaaigoed: bloemen, sla, andijvie, tomaten, aubergines en courgettes. Zaaien, verspenen, stekken en planten heb ik van mijn vader meegekregen. Er is eigenlijk geen kunst aan maar je kunt het eindeloos perfectioneren en dat maakt het leuk.
In andere jaren was ik er doorgaans twee keer in de week om te kijken hoe het zaad kiemde, een ruitje wat hoger te leggen of weg te halen, te gieten of om een bakje tegen de slakken te beschermen of tegen hongerige vogels. Nu kan ik elke dag kijken en nooit eerder is alles zo voorspoedig opgekomen. Maar volgende week kan het anders zijn.
Via de telefoon hoorde ik gisteren over iemand die met benauwdheid en koorts in het ziekenhuis was beland. Ik deed er wat luchtig over. Later op de dag hoorde ik dat de zieke naar de Intensive Care was verplaatst. Het zijn geen dagen voor relativering en luchtigheid.