Per Saldo
Sommige woorden, zoals “klerelijer”, herinneren er aan dat pas in de tweede helft van de negentiende eeuw ziektes als Pest en Cholera uit Nederland verdwenen. De Pest werd wel als een straf van God gezien, dus moesten schuldigen worden gestraft. Na de pestuitbraak (de zwarte dood) in de veertiende eeuw werden in Frankfurt, Bazel en Keulen alle Joden vermoord.
Met de nieuwe epidemie die niet zo dodelijk is als die andere (als Corona 100 jaar geleden was uitgebroken had het wel eens heel anders kunnen zijn) komen die oude reflexen weer tevoorschijn.
Zoals de complottheorie: dat er groepen zijn die Corona hebben “georganiseerd.” En het idee van de schuldige: “het dorre hout,” de ouderen die toch al in reservetijd leven en de anderen nu dwingen om zich beperkingen op te leggen. Of de Nederlanders met een migratie achtergrond die “onze” IC’s verstoppen omdat zij zich niet aan de regels houden.
Voor de goede kanten van de Coronapandemie hadden we in het begin nog oog: de schone lucht, de ontdekking van de straten en de wijken rondom onze huizen, ongemak en leed dat gedeeld werd, de rijkdom van een functionerend zorgsysteem.
Langzamerhand raken we aan het einde van ons Latijn. Tenminste, ik kan er niet zo heel veel goeds meer in ontdekken. Of het moest zijn wat pas na verloop van maanden een beetje begint door te dringen: dat je alles voor vanzelfsprekend houdt en dat dit niet zo is. Die gewaarwording ervaart een mens als verlies. Er kunnen nog wat maanden nodig zijn om erachter te komen dat het ook wel eens winst kan zijn.