U gebruikt een verouderde browser. Om die reden werkt deze site wellicht niet naar behoren.Direct naar hoofdinhoud

Taal

In een krant werd een schrijver over zijn boek geïnterviewd. Hij had het over taal. Volgens hem kun je vaststellen dat onze taal in veel opzichten aan vernieuwing toe is. Taal die politici gebruiken is versleten, wat je kunt verstaan als “de woorden dekken de lading niet meer.” Omdat de woorden niet meer samenvallen met hun betekenis. Of omdat we het over de betekenis niet meer eens zijn en omdat we elkaar niet meer verstaan worden woorden gebruikt door sprekers zoals het hun het beste uitkomt.

Iemand kan tegen een ander zeggen “ik houd van je,” waarop de ander kan antwoorden “ik ga bij je weg.” Omdat de taal niet meer klopt, de boodschap “ik houd van je” niet meer wordt verstaan of niet meer geloofd. Terwijl er toch weinig menselijke mededelingen van meer gewicht lijken dan “ik houd van je.”

Taal moet worden geijkt aan de mensen die de taal gebruiken, waar worden door de daden die we ermee samen doen gaan.

Ik stel me voor dat dat iets met Pinksteren te maken heeft en de opmerking in het verhaal in Handelingen “dat zij elkaar opeens konden verstaan.” Het heeft met het creatieve vermogen van mensen te maken: iets te maken dat er niet was, of niet meer was. En zij zeiden dat het de Heilige Geest was die dat nieuwe mogelijk maakte. Een nieuwe taal.