U gebruikt een verouderde browser. Om die reden werkt deze site wellicht niet naar behoren.Direct naar hoofdinhoud

Kaarsenavond

Twee weken geleden op zondagavond, de dag van de marathon, was kaarsenavond. Dat betekent dat in de Laurenskerk een kaars aangestoken kan worden, op een velletje papier kun je een gebed opschrijven en er zijn mensen met wie je een praatje kunt maken.

Buiten, op het Kerkplein, in de Hoogstraat en op de Binnen Rotte worden passanten uitgenodigd. Het is een beetje een merkwaardig concept, maar het werkt. Achterdochtige types denken dat ze ergens ingeluisd worden, iemand vertrouwde me toe dat-ie alleen maar in zichzelf geloofde. Maar zo’n 200 mensen kwamen wel een kaars aansteken.

Een jongen en meisje, Aziatisch uiterlijk, hip en modieus, hij droeg een spijkerjack met fabrieksmatige rafels en bozige teksten op de rug, slenterden in elkaar gestrengeld voorbij. Ik nodigde ze uit. Zonder in te houden schudden ze het hoofd en verdwenen richting de Oppert. Een minuut later kwam de jongen terug en vroeg “how much?” Ik zei “It’s free.” Met een kaars ging hij de kerk binnen. Het meisje was ondertussen nergens meer te bekennen.

Een man fietste voorbij. Op de uitnodiging om binnen een kaars aan te steken zei hij “meneer, voor mijn verdriet is een kaars zo hoog als de toren van de kerk (naar boven wijzend) nog niet groot genoeg.” Iets van dat verdriet wilde hij, hangende over de stuur van zijn fiets, wel delen voordat hij weer opstapte om verder te gaan. Het is de stad in de kerk op kaarsenavond, en zo moet het zijn.