U gebruikt een verouderde browser. Om die reden werkt deze site wellicht niet naar behoren.Direct naar hoofdinhoud

Moderne dilemma’s

Kinderartsen trekken aan de bel omdat ze vinden dat er onvoldoende mogelijkheid is om bij zeer ernstig zieke kinderen euthanasie toe te passen. In de kranten komen ouders aan het woord die over hun ervaringen vertellen. Ik kan me daar iets bij voorstellen, dat een moment komt waarop je vaststelt dat het zo niet langer kan en niet langer moet. Maar tegelijk bekruipt me een ongemakkelijke gedachte.

Eens maakte ik mee dat bij een pasgeboren jongetje een ernstige hartafwijking werd geconstateerd. In het ziekenhuis werd een operatie voorgesteld, die enige kans op herstel bood. Het kind werd geopereerd. Na een paar maanden bleek een tweede operatie nodig en na nog enige tijd een derde. Toen het jongetje anderhalf jaar was overleed hij. Hij had een groot deel van zijn leven in het ziekenhuis doorgebracht.

Natuurlijk wil je als ouder dat je kind kans van leven heeft en daarom stem je met een operatie in. Maar na de eerste beslissing kun je bijna niet meer terug. Ik begon me na de zoveelste operatie af te vragen of ze er aan hadden moeten beginnen.

Het is de mogelijkheid om in te grijpen, die onmogelijke dilemma’s tot gevolg kan hebben. Met de mogelijkheid om een leven te beëindigen is weer een onmogelijk dilemma ontstaan. Dan vraag ik me af of het niet wat vaker zou moeten gaan over de vraag of er soms niet eerder gekozen zou moeten worden om iets niet te doen, niet in te grijpen dus.

De kwestie van de euthanasie gaat weer over ingrijpen, het lijkt alsof dat de enige keuze is.