Nepnieuws
Ineens heeft iedereen het er over. Staat het in nieuwsberichten en krantenbijlagen. De kans dat we worden verleid door Nepnieuws. Premier Rutten stemt in met het voornemen van de State of California om zich los te maken van de Verenigde Staten. ‘Er zullen vast meer staten volgen, stelt hij voor, is die Statenbond eigenlijk nog wel van deze tijd?’
Iedereen kan het schrijven, tenminste wie een beetje fantasie heeft en weet hoe dat moet, digitaal, zogezegd. Een beetje een kwaadaardige inborst is ook wel handig. Dan word je niet in verlegenheid gebracht door ethische argumenten of het wel goed en passend is.
Hoe zouden die bijbelschrijvers hier over hebben gedacht, bedacht ik deze week, bij de volgende bijlage in de krant over Nepnieuws. We weten inmiddels dat zij weinig materiaal achter de hand hadden om hun verhalen te staven op waarheid, betrouwbaarheid. Overtuigingskracht, daar beschikten ze zeker over, we lezen hun verhalen nog steeds, na twintig eeuwen. Zelfs na anderhalve eeuw Bijbelkritiek.
Gedreven waren ze ook. Johannes de Evangelist bijvoorbeeld, bezweert aan het eind van zijn Evangelie de lezer dat zij toch vooral gaan geloven dat Jezus de Christus is. Welke discussies er later in de geschiedenis hebben plaats gehad bij het vormen van de Canon, anders gezegd, bij de vraag wat er in de bijbel mocht en wat niet, dat is niet bekend. Dat de Evangelisten, onderling toch wel erg uit de pas lopen in herkenbaarheid van de loop van het verhaal, en ieder zo zijn eigen waarheid en verhaal heeft, dat is onloochenbaar. Het moet de samenstellers van die Canon toch ook opgevallen zijn….zou niemand ooit gedacht hebben: waar hálen ze het vandaan, is dit geen Nepnieuws?
Het oudste Nepnieuws dat in de bijbel staat, horen we in Genesis 3. In de discussie van de slang met Eva, in het paradijs. De slang weet precies wat God al of niet verboden heeft en waarom en waartoe. Dat suggereert hij tenminste. Het verhaal van de knop met het bordje er onder: pas op, niet aankomen! Nepnieuws is verdachtmaking. Dus eet de mens, naar hartelust.
Bert Kuipers